Het aantrekken van de Nederlandse economie helpt een beetje, maar winkelgebieden kampen met structurele leegstand. Alleen A-locaties in binnensteden waar internationele bedrijven zich willen vestigen, houden redelijk stand.
Dat beeld schetste analist Sonny Duijn van ABN Amro in vrijdag gepubliceerd rapport over de Nederlandse detailhandel.
De opkomst van webwinkelen heeft geleid tot een structurele daling van het bezoek aan winkelstraten. Dat is sinds 2004 met zo’n 20 procent gedaald.
Tegelijk is er nog altijd sprake van een groot overschot aan vloeroppervlak, als gevolg van leegstand door een golf aan sluitingen en faillissementen in de afgelopen jaren. Daarbij is steeds meer sprake van een tweedeling.
Binnensteden met A-locaties
Internationale ketens vestigen zich nog graag op de A-locaties in grotere steden, waar topdrukte redelijk gegarandeerd is. Dit heeft ervoor gezorgd dat de leegstand in binnensteden relatief langzaam is gestegen in de afgelopen jaren.
Het probleem zit vooral bij grotere en kleinere 'hoofdwinkelgebieden' buiten de binnenstad, zo blijkt uit onderstaande grafiek.
(klik voor uitvergroting)
Minste leegstand in Amsterdam
Weinig verrassend is dat het leegstandspercentage het laagst is in de binnenstad van Amsterdam, (1,5 procent), zo signaleert ABN Amro.
Andere binnensteden die goed draaien, zijn Utrecht (leegstand 3,2 procent), Haarlem (leegstand 4,1 procent), 's Hertogenbosch (leegstand 6,3 procent) en Groningen (leegstand 6,4 procent).
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl